12/8: M41, op weg naar onze eerste 3000 meter pas

De M41 loopt vanaf Toktugul (1000 m) langs een riviertje omhoog naar de Ala-Bel Pass op 3184 meter, een bijna continue klim van zo'n 70 km. Het koude water kolkte hard naar beneden over de boulders in het rivierbed, en dat maakte het prettig koel om te fietsen. Het dal stond vol loofbomen en de bergwanden waren begroeid met gras en struiken. Hogerop zagen we naaldbomen tegen de bergwanden en af en toe een nog veel hogere granieten bergtoppen daartussen door. Met onze verwende West-Europese darmen is het in Kirgizië extra opletten met wat we eten. Zelf koken is natuurlijk safe, maar ook weinig vernieuwend. Dus kiezen we er af en toe voor om bij restaurants te gaan eten waar veel auto's en trucks staan (respectievelijk omloopsnelheid en betaalbaarheid van het voedsel). Zo zaten we vandaag bij een wegrestaurant dat gespecialiseerd bleek in 'pelmen', een dumpling soep met heldere bouillon. Tussen zo'n 100 Kirgiziërs die ook op doortocht over het Suusamyr-Tau gebergte waren. Vier dames zaten in de keuken volcontinue dumplings te vouwen en konden de klandizie nauwelijks bijbenen. Toen we rond half drie een mooie houten berghut zagen die in de Alpen niet zou hebben misstaan, zijn we op 1790 meter afgestapt. Dit zag er te goed uit om te laten lopen. Een beetje genieten van de omgeving en relaxen na de brute tocht van gisteren.